Door Nienke Franken op nu.nl
Studenten moeten meerdere jaren ingeschreven staan bij studentenhuisvesters voordat ze in aanmerking komen voor een zelfstandige studentenkamer. Regelmatig is die periode langer dan de duur van een studie, blijkt uit cijfers van verschillende sociale studentenhuisvesters.
Bij veel huisvesters wordt een zelfstandige kamer toegewezen op basis van de inschrijfduur van de student. Iemand die al vijf jaar staat ingeschreven, krijgt eerder een kamer dan iemand die pas twee jaar ingeschreven staat.
De wachttijd voor studentenkamers loopt steeds verder op. Er zijn te weinig kamers en de kamers die er zijn, worden bezet gehouden door oud-studenten die niet kunnen doorstromen naar een starterswoning.
De gemiddelde inschrijftijden verschillen enorm per stad. Tilburg is het beste kindje van de klas. Daar moeten studenten vaak nét geen drie jaar ingeschreven staan voor ze in aanmerking komen voor een studio. Daarna volgen Wageningen, Groningen en Breda. Daar ligt de gemiddelde inschrijfduur rond de 3,5 jaar.
Een universitaire bacheloropleiding duurt drie jaar. Studenten kunnen dus vaak pas in aanmerking komen voor een studio als zij het diploma hebben behaald.
Wachttijd langer dan bachelor- plus masteropleiding
In veel andere steden is het beeld nog somberder. Voor studenten in Delft, Leiden of Amsterdam is de situatie het ergst. Daar hebben studenten een inschrijftijd van bijna vijf jaar of meer nodig om in aanmerking te komen voor een studio.
“De situatie is zorgelijk”, ziet voorzitter Jolan de Bie van branchevereniging Kences. “Je moet je op je zestiende al inschrijven, wil je op tijd kans op een kamer maken.”
Onrust, stress en zorgen
Ook Jolien Dopmeijer van onderzoeksinstituut Trimbos vindt deze situatie onwenselijk. “Studenten geven aan dat ze door het woningtekort bepaalde ontwikkelingsstappen niet kunnen zetten. Dat kan zorgen voor stress, zorgen, een negatief toekomstperspectief en, uiteindelijk, somberheid.” Dat is vervelend voor studenten én ouders.
Daarnaast zorgt een woonplek in de stad waar je studeert ook voor een verbindend gevoel met de studie en medestudenten. “Je studietijd wordt minder leuk en minder makkelijk”, vertelt voorzitter Elisa Weehuizen van de landelijke studentenvakbond.
Studenten zonder kamer moeten vaak lang reizen. “Dat is enorm belastend”, vertelt Dopmeijer. Reizen, studeren, werken en ook nog deelnemen aan sociale activiteiten zorgen voor een “enorm druk programma”. Dat levert dan ook weer stress op.
Bouwen, bouwen, bouwen
Volgens De Bie is er een landelijk actieplan studentenhuisvesting. “Het doel is om voor 2030 60.000 huizen bij te bouwen”, zegt ze. De teller zou nu boven de 29.000 staan. “We zijn druk bezig de aantallen te halen en we zijn goed op weg, maar er moet nog veel gebeuren om de doelstellingen te halen.”
Toch is De Bie ook bezorgd. “We zien dat veel particulieren hun studentenkamers van de hand doen.” Gemeenten geven niet altijd meer vergunningen uit om onzelfstandige kamers te verhuren en belastingmaatregelen van de overheid helpen ook niet mee. “Ik houd mijn hart vast. Als de krimp te hard gaat, zitten we in 2030 nog steeds met een kamertekort.”
Toch zullen de komende jaren veel studenten langer thuis zitten dan gewild. “Maak goede afspraken over hoe je elkaar vrijlaat”, adviseert Dopmeijer ouders en studenten. “Probeer je eigen invulling te geven aan je leven.”